De weduwnaar Henry woont met zijn zoon Wyatt op een boerderij en biedt aarzelend onderdak aan de gewonde Curry. Deze man heeft een grote som geld op zak waarnaar enkele mannen op zoek zijn. Ook zij brengen een bezoek aan de boerderij en geven zich uit als medewerkers van de overheid. Henry weet nog niet wie hij moet geloven, maar kan, ter bescherming van zijn zoon en woonplaats, opvallend goed overweg met een geweer.